Fort Honswijk ligt langs de Lek en maakt onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In opdracht van COUP Group en in het kader van restaura­tie- transformatie- en verduurzamingsplannen is in samenwerking met Johan van der Gun deze bouwhistorische verkenning uitgevoerd. Doel van het onderzoek is om een beter inzicht te krijgen van de ontwikkelingsgeschiedenis van de gebouwen en van de waarden van de aanwezige bouwelementen. Op basis daarvan kunnen verantwoorde afwegingen worden gemaakt tijdens de planvorming.

Straat tussen de contrescarp (links) en de toren (rechts). Oorspronkelijk, voor de bouw van de contrescarp, was ter plaatse van deze straat een gracht rond de toren. De straat werd door soldaten de Kalverstraat genoemd.

 

In een aantal gebouwen bevinden zich muurtekeningen. Een aantal zijn door soldaten gemaakt tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog en een aantal door gevangenen in de periode na de Tweede Wereldoorlog.

 

Opdrachtgever: COUP Urban Producers (www.coup-group.com)
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: juli- september 2019

De refectiekamer maakt onderdeel uit van de Fun­datie Maria van Pallaes in het centrum van Utrecht. De bouwhistorische verkenning is uitgevoerd in opdracht van het Utrechts Monumentenfonds en in het kader van aankomende restauratie- en herbestemmingsplannen. Tijdens het onderzoek zijn alle bouwelementen geanalyseerd, zoveel nauwkeurig mogelijk gedateerd en gewaardeerd.

De Fundatie bestaat uit een rij van twaalf zogenaamde vrijwoningen en een refectiekamer. Uit het ingesneden jaartal in het deurkalf boven elke voordeur van de woningen en uit het jaartal boven de deur van de refectiekamer werd de fundatie gesticht in 1651. De Fundatie is vernoemd naar de stichteres, de patriciër Maria van Pallaes (1587–1664). De refectiekamer op de begane grond was ooit bedoeld als vergaderruim­te en eetzaal voor de bestuurders van de fundatie. Hier werden ook de preuves (giften) aan de armen uitgereikt. Kort na de realisatie in 1651 wordt de refectiekamer al herbestemd tot woonhuis. In 1864 wordt de woning uitgebreid met een voor die tijd moderne tuinkamer. In 1978 kocht de gemeente de woningen aan de Agnietenstraat van de fundatie aan en gaf ze in 1979 in erfpacht uit aan de Stichting Het Utrechts Monumentenfonds. Het UMF liet het inmiddels vervallen complex, waaronder de refectiekamer, in 1984 restaureren.

Oorspronkelijke schouw in de refectiekamer.

Oorspronkelijke houten wand in de entreehal, met daarachter de trap naar de verdieping en de kelder.

Opdrachtgever: Utrechts Monumentenfonds (www.utrechtsmonumentenfonds.nl)
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: juli 2019

Onderdeel van landgoed Kreil is een boerderijcomplex met een hoofdboerderij, een schoppe, een lijftochtwoning en een kuiper. Het complex heeft geen monumentenstatus, maar zeker wel cultuurhistorische waarde. Voor dit boerderijcomplex is het concept UITwerken bedacht. Dit concept wordt door middel van dit haalbaarheidsonderzoek verder uitgewerkt en op haalbaarheid getoetst. Hiervoor worden door Lotte Zaaijer en Marieke van den Dungen (1001 Ontwerpen) diverse onderzoeken uitgevoerd; zoals een bouw- en cultuurhistorische verkenning en een bouwtechnische inspectie. Daarnaast worden de gebouwen ingemeten en uitgetekend, zodat deze als onderlegger gebruikt kunnen worden voor het schetsontwerp. Het schetsontwerp wordt doorgerekend in een kostenraming.

Opdrachtgever: particulier eigenaar
Product: haalbaarheidsonderzoek
Status gebouw: geen monument
Periode: zomer 2019

In opdracht van BOEi en in het kader van herbestemmingsplannen is een bouwhistorische verkenning met waardestelling en kleurhistorische verkenning uitgevoerd. Tijdens het onderzoek zijn alle bouwelementen geanalyseerd, zoveel nauwkeurig mogelijk gedateerd en gewaardeerd.

Huize St. Vincentius in Udenhout is tussen 1927-1932 gerealiseerd als opvang voor verstandelijk beperkte meisjes. Het complex bestaat uit een hoofdgebouw met aan weerszijde paviljoens (links één, rechts drie) en aan de achterzijde bevindt zich een door overdekte gangen omsloten tuin en een kerkgebouw. Het grondplan van Huize St. Vincentius is op de groei ontworpen: er is gekozen voor een bouwtype die het midden hield tussen een paviljoensys­teem en aaneengesloten bouw. De zusters kozen voor paviljoenbouw, omdat dit een aantal voordelen had: het centraliseerde de leiding en admi­nistratie en groepeerde de verpleegden. In 1945 is het gebouw zwaar beschadigd geraakt tijdens een raket inslag voor de hoofdingang. In de decennia daarna hebben in de gebouwen wijzigingen plaatsgevonden als gevolg van nieuwe inzichten in de huisvesting voor de geestelijke gezondheidzorg.

Opdrachtgever: BOEi (www.boei.nl)
Product: Bouw- en kleurhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: zomer 2019

Zuivelfabriek Eemlandia ligt aan de Veenestraat, een historische noord-zuidverbinding in Bunschoten. Het gebouw lag oorspronkelijk buiten de dorpskern, om hinder van de fabriek te voorkomen. Tegenwoordig ligt het midden in een woonwijk. In het kader van herbestemmingsplannen heeft Lotte Zaaijer een bouwhistorische verkenning met waardestelling uitgevoerd.

Bouwgeschiedenis

Het gebouw bestaat uit een langgerekte laagbouw en hogere bouwdelen tegen de achterste kopgevel. De laagbouw is gebouwd in 1918 en na een brand deels herbouwd in 1928. In de structuur is de oorspronkelijke ruimtelijke indeling en het oorspronkelijke gebruik van de melkfabriek nog afleesbaar. In de zuivelfabriek werd oorspronkelijk melkpoeder en boter bereid. De melk kwam binnen in het ontvangstlokaal dat herkenbaar is aan de verhoogde dubbele deuren, de melkpoeder en boter werden afgevoerd ter plaatse van dubbele deuren op maaiveldniveau. De ruimten waar de melkpoeder en boter werden bereid zijn herkenbaar aan de functionele interieurafwerking (baksteen verdiepingsvloer, tegelvloeren en -wanden). Andere elementen die kenmerkend zijn voor deze zuivelfabriek zijn de schoorsteen naast het ketelhuis en natuurlijk de naam ‘Eemlandia’ op de meest representatieve gevels.Tegen de achterste kopgevel zijn in 1928, 1938 en 1951 hogere bouwdelen gebouwd. De uitbreiding uit 1928 betrof een pakhuis, een uitbreiding van het buillokaal, waar zakken melkpoeder werd opgeslagen. De functie is herkenbaar aan de brede doorgang in de gevel en de bijbehorende katrol onder de nok. In 1938 werd de caseïnefabriek gebouwd. Eemlandia was de eerste, of een van de eerste fabrieken in Nederland, waar caseïne werd geproduceerd. Caseïne is een zuivelproduct dat uit ondermelk werd afgescheiden en gebruikt werd voor de textielindustrie. De caseïne werd door de “Snia-Viscosa” te Milaan verwerkt tot Lanital (melkwol).

Na de Tweede Wereldoorlog waren er grootse plannen om de melkpoeder­productie verder uit te breiden. Daarom werd in 1951 aan de noordwestzijde een verstuivingstoren (tbv productie melkpoeder) met pakhuis gebouwd. Vanwege de lage opbreng­sten van melk en boter werd in 1955 overgegaan op kaasproductie, maar deze afdeling heeft slechts acht jaar bestaan. In 1963 werd de productie van zuivelproducten in Eemlandia stilgelegd. Daarna hebben zich bedrijven in het gebouw gevestigd.

Opdrachtgever: ontwikkelaar
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: april – mei 2019

De Maria Boodschapkerk is in 1939- 1940 gebouwd als tweede parochiekerk van Goirle. Tot 2010 heeft de kerk een religieuze functie gehad. In opdracht van HERMON Erfgoed – de huidige eigenaar – en in het kader van herbestemmingsplannen heeft Lotte Zaaijer een bouwhistorische verkenning uitgevoerd.

Bouwgeschiedenis

De kerk is ontworpen door de architect C.H. De Bever. De Maria Boodschapkerk is in traditionalistische stijl gebouwd met invloeden van de neogotiek. Kenmerkende elementen voor de traditionalistische stijl zijn de monumentale vormgeving, de toepassing van metselwerk, de tuitgevels met schouderstukken, de ezelsruggen en de relatief brede vensters. Kenmerkend voor de neogotiek zijn de hoge spitsboogvensters en de gemetselde gewelven in het interieur.

De Maria Boodschapkerk is tijdens de Tweede Wereldoorlog opgeleverd, het was in Goirle het laatste grote nieuwbouwproject voor de bouwstop. De kerk zou in twee fases uitgevoerd worden. De tweede fase is echter nooit gerealiseerd, de kerk heeft daarom nog steeds geen toren. In de tweede fase zou het middenschip in westelijke richting uitgebreid worden met twee traveeën, een toren, portaal, doopkapel en zangkoor. De westgevel met portaal was bedoeld als tijdelijke entreepartij, dit is afleesbaar in de detaillering.De kerk is opgezet als volkskerk. De volkskerk was een reactie op de neogotische kerkenbouw, hierbij staat een maximale betrokkenheid van de gelovigen bij de eredienst voorop. Het middenschip bestaat uit een brede middenbeuk en smalle zijbeuken. In de brede middenbeuk staan twee rijen met kerkbanken en de zijbeuken fungeren als gang. Vanaf iedere zitplaats is het altaar goed zichtbaar. Het altaar wordt extra geaccentueerd door daglicht. De biechtruimten zijn tegen de zijgevels, langs de gangen aangebracht.

Opdrachtgever: HERMON Erfgoed (www.hermonerfgoed.nl)
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: maart 2019

Ter voorbereiding op aankomende restauratiewerkzaamheden van Museum Kam in Nijmegen heeft Lotte Zaaijer in opdracht van en in nauwe samenwerking met TAK architecten een bouwhistorische verkenning en ruimteboek opgesteld.

Bouwgeschiedenis

Museum Kam ligt in de woonwijk Hunnerberg in Nijmegen-Oost. Het gebouw is tussen 1920 en 1922 gerealiseerd naar het ontwerp van de architect Oscar Leeuw, die een paar jaar eerder het ontwerp maakte voor concertgebouw De Vereeniging. In het exterieur en interieur van Museum Kam zijn vele verwijzingen naar de Romeinse bouwkunst aanwezig. Dit geeft uitdrukking aan de collectie die oorspronkelijk binnen te zien was: de archeologische privécollectie van Gerard M. Kam die gedomineerd werd door vondsten uit de Romeinse tijd.

De elementen uit de Romeinse bouwkunst zijn ingezet om een museale belevingswereld te creëren. Zo is een Ionisch kapiteel met Dorisch fries gecombineerd, wat ongebruikelijk is binnen de zuilenorden. De tongewelven hebben geen constructieve functie, maar zijn in hout uitgevoerd.

In het gebouw wordt de architectonische opzet bepaald door een atrium en centrale as. Om het atrium liggen tentoonstellingszalen waar een museale route doorheen leidt. In de tentoonstellingszalen zijn restanten van de oorspronkelijke vitrinekasten waarin ook radiatoren zijn geïntegreerd. De vitrinekasten staan op verhoogde vloervelden. Deze vloer is innovatief voor de bouwtijd. Het is een betonvloer met ingegoten stalen liggers waarin plaatselijk een verhoogd vloerveld of cassetteplafond is geïntegreerd.

Wijzigingen die later zijn aangebracht hebben met name betrekking op nieuwe inzichten op het gebied van het tentoonstellen van archeologische vondsten. De permanente vaste opstelling maakte plaats voor wisselende tentoonstellingen, delen van de collectie van Kam werden daarbij naar het depot verwezen. Sinds 1999 maakt Museum Kam onderdeel uit van ‘Museum Het Valkhof, kunst en archeologie’ en kreeg toen een nieuwe functie als provinciaal depot voor bodemvondsten en als studie-en informatiecentrum voor de archeologie in Gelderland.

Tentoonstellingszaal, 1922. Bron: collectie Museum Het Valkhof

Ruimteboek

In de bouwhistorische verkenning is het gebouw op hoofdlijnen geanalyseerd en gewaardeerd. Het ruimteboek gaat een stap verder. Hierin is verder ingezoomd op de onderdelen per ruimte. Het ruimteboek is bedoeld als een praktisch basisdocument voor tijdens het restauratieproces.

Opdrachtgever: TAK Architecten (www.takarchitecten.nl)
Status gebouw: Rijksmonument
Product: Bouwhistorische verkenning en ruimteboek
Periode: januari – maart 2019

Midden in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden staat de watertoren van Meerkerk. Wie regelmatig over de A12 rijdt kent hem zeker. In opdracht van de eigenaar van de watertoren in Meerkerk, IT bedrijf VPO, heeft Lotte Zaaijer een bouwhistorische verkenning uitgevoerd.

Bouwgeschiedenis

De watertoren is in 1935 gebouwd naar ontwerp van het Technisch Adviesbureau van de Vereniging van de Nederlandse Gemeenten om twintig gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden van schoon drinkwater te voorzien. Tegelijk met de watertoren werden een pompstation in Lexmond en een ambtwoning naast de watertoren gebouwd en werd het waterleidingnet aangelegd. De watertoren was tot 2009 in bedrijf.

Een watertoren heeft als functie om voldoende druk te creëren in het wa­terleidingnet en om pieken en dalen in het waterverbruik op te vangen. In de watertoren is de oorspronkelijke functie nog goed afleesbaar, de buizen spelen daarin een essentiële rol. Vanuit de buizenkelder leiden de buizen naar boven, naar het reservoir op 38 meter hoogte. Onder het reservoir is een lekzolder, tussen het reservoir en de ommanteling is een inspectieruimte.

De watertoren van Meerkerk bestaat uit een betonnen schacht. Vanaf de begane grond is een spectaculair zicht in de open schacht tot aan de lekzolder, op 33 meter hoogte. De schacht is gebouwd door middel van glijbekisting. Glijbekisting was in de bouwtijd gebruikelijk voor hoge bouwwerken, het bespaarde stei­gerkosten. De torens die met deze techniek zijn uitgevoerd zijn herkenbaar aan de afdruk van de bekisting en aan de horizontale naden (fasering van de bekisting). In de top is een holbodem reservoir met een capaciteit van 560 m3.

Opdrachtgever: VPO/ Tribion (www.vpo.nl)
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: maart 2019

De Kruisberg was tussen 1866 en 2015 een gevangeniscomplex in Doetinchem. Na 150 jaar gevangenisgebruik heeft het Rijk besloten deze locatie af te stoten. In het kader van de toekomstige verkoop en herontwikkeling van de Kruisberg wordt er een integraal bouw- en tuinhistorisch onderzoek verricht. Lotte Zaaijer maakt onderdeel uit van het onderzoeksteam.

Uniek aan deze gevangenis is dat het is gesitueerd op een oude buitenplaats. De buitenplaats is onder meer herkenbaar aan het landhuis, de omgrachting en bomenlanen op het terrein. Het complex is de afgelopen 150 jaar regelmatig verbouwd vanwege nieuwe inzichten en beleid binnen het gevangeniswezen. Met het onderzoek wordt de bouw- en tuinhistorische ontwikkeling inzichtelijk gemaakt.

Opdrachtgever: Rijksvastgoedbedrijf
Product: integraal cultuurhistorisch onderzoek
Status gebouwen: deels gemeentelijk monument
Periode: juni – december 2018

 

Lotte Zaaijer voerde een bouwhistorische verkenning uit met waardestelling voor een pakhuis met woning die langs de Oude Rijn in Woerden liggen. De verkenning is een vroeg stadium uitgevoerd, waardoor het voor de architect een handige informatie- en inspiratiebron was tijdens het ontwerpproces en voor de gemeente is het een bruikbaar toetsingskader.

Bouwhistorie

Tussen de Oude Rijn en Leidsestraatweg staat een woonhuis (19) met daarnaast een pakhuis met werkplaats (21). Oorspronkelijk hoorde ook nr. 23 bij het complex en was er aan weerszijde een steeg, een verbinding tussen de straat en het water. De panden dateren uit de derde kwart van de negentiende eeuw, uit het onderzoek bleek het rechter deel van het pakhuis ouder te zijn, mogelijk achttiende eeuws. De oudere kern is herkenbaar in de gebouwstructuur en de balklaag. De gevels van het woonhuis zijn vrij authentiek. De voor- en achtergevel van het pakhuis is in de loop der tijd flink verbouwd. Ze zijn nu voorzien van een wolfseind, oorspronkelijk was dit een tuitgevel met in de top een hijsluik. In 1947 is het rechter deel van de gevel flink aangepast en werden de huidige werkplaatsdeur en hijsluik aangebracht. Op de begane grond waren oorspronkelijk woningen en een werkplaats, de zolder werd gebruikt voor opslag. De kleurstelling op de balklaag boven de werkplaats maakt de voormalige ruimtelijke indeling afleesbaar.

Opdrachtgever: ontwikkelaar
Product: bouwhistorische verkenning
Periode: september 2018

 

Lotte Zaaijer werkte tussen december 2016 en maart 2018 als bouwhistoricus bij BAAC. Zij heeft daar circa 25 bouwhistorische verkenningen met waardenstelling uitgevoerd voor diverse typen gebouwen uit diverse perioden en door heel Nederland.

Werkgever: BAAC bv (www.baac.nl)
Periode: december 2016 – maart 2018

Lotte Zaaijer voerde een bouwhistorische verkenning met waardestelling uit voor het St. Agathaklooster in Lisse (rijksmonument), in opdracht van Hermon Erfgoed BV. Dit onderzoek maakt onderdeel uit van een haalbaarheidsonderzoek voor herbestemming.

Bouwhistorie

Het Gesticht St. Agatha is in 1902 gebouwd als klooster voor een groep Franciscanessen van het klooster St. Lucia uit Bennebroek. Zij gaven onderwijs op de naastgelegen meisjesschool (rechts), daarna ook op de naastgelegen St. Josephschool die in 1909 is gerealiseerd (links). Het pand is in opdracht van de St. Agatha parochie (bisdom Haarlem) waarschijnlijk ontworpen door de architect/ aannemer Jan Hubert (J.H.) van Groenendael (Nunhem 1863- 1919). Hij bouwde het pand in neo- gotische stijl.

St Agathaklooster na 1909

St. Agathaklooster met links de (gesloopte) St. Josephschool en rechts de (gesloopte) meisjesschool. Bron: beeldbanklisse.nl

Midden jaren 60 wordt het pand tweemaal heringedeeld. Meer ingrijpend is de aanpassing als gevolg van de aanleg van de Lindenlaan. In 1979 wordt de meisjesschool gesloopt, tot aan bestaande binnenmuren. Tegen de bestaande binnenmuren is een nieuwe muur gemetseld die een sobere variant is op de architectuur van de rest van het gebouw.

Ondanks de brandpreventie, waarvoor tussen 1980-1982 maatregelen zijn uitgevoerd, breekt op 13 december 1982 een grote brand uit die de kap grotendeels verwoest. In januari 1984 wordt door het kerkbestuur een bouwaanvraag ingediend voor het herstel van de (top) gevels en het dak. De toren wordt later in staal gereconstrueerd.

Transformatiekader

In de bouwhistorische waardestelling zijn de afzonderlijke bouwelementen (het materiaal) gewaardeerd, in het transformatiekader wordt de essentie van het gebouw benoemd vanuit architectuurhistorisch perspectief. Dat is het kader waarbinnen aanpassingen gedaan kunnen worden, met behoud van de logica van het oorspronkelijke ontwerp.

Transformatiekader St AgathaOpdrachtgever: Hermon Erfgoed BV (www.hermonerfgoed.nl)
Product: bouwhistorische verkenning
Periode: september- oktober 2015