De meeste schoolgebouwen in Nieuwegein dateren uit de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Vernieuwing van de scholen is dan ook hard nodig. In een integraal team met bbn adviseurs, ABT en Spring architecten breng ik samen met architectuurhistoricus Leon Sebregts de erfgoedwaarde van alle jaren zeventig scholen in Nieuwegein in kaart. We doen onderzoek naar de bouw-, architectuur-, en cultuurhistorische waarden en de betekenis van de school voor de buurt. Voor elk gebouw wordt vervolgens een integraal plan voor vernieuwbouw uitgewerkt en vergeleken met nieuwbouw.

Typische interieurs in de jaren zeventig scholen in Nieuwegein

School van het diafragma-type in de wijk Batau-Zuid (1975). Bron: gemeente Nieuwegein

Scholen in de wijken Batau-Noord (1976), Wijkersloot (1970) en Doorslag-Noord (1977)

Vernieuwbouwplan voor een schoolgebouw in Batau-Noord (bron: Spring Architecten)

De Gedempte Haven was ooit het kloppend hart van Waalwijk, maar ligt nu verscholen in de binnenstad. In het kader van herontwikkelingsplannen voor het gebied is een cultuurhistorische verkenning met transformatiekader gemaakt, in samenwerking met restauratiearchitect Marieke van den Dungen en in opdracht van gemeente Waalwijk.

De haven is ontstaan als turfvaart en is later ontwikkeld tot haven. Het havenhoofd vormde een kloppende hart van de haven en binnen Waalwijk. Hier vond de bedrijvigheid plaats. Aan de haven, buitendijks gebied, stonden in de negentiende eeuw slechts enkele kleinschalige pakhuizen, rond de eeuwwisseling nam het aantal en de omvang toe.

Vanaf 1950 wordt het gebied tussen de Zomerdijkweg en haven ontwikkeld tot industrieterrein. De industriehal op de hoek is het begin van deze ontwikkeling. Na de aanleg van de snelweg in 1959, die het havenhoofd isoleerde van de haven, werd het havenhoofd gedempt. Het noordelijk gedeelte van de haven ontwikkelt zich verder als haven en industrieterrein. Het zuidelijke gedeelte, de Gedempte Haven, wordt onderdeel van de binnenstad.

Opdrachtgever: gemeente Waalwijk
Product: Cultuurhistorische verkenning met transformatiekader
Status gebouw: Gemeentelijk monument
Periode: oktober 2020

Het gebouw De Boerderij is in 1964 gerealiseerd als een van de eerste gebouwen op de campus van de Technische Hogeschool Twente (THT). Het is ontworpen door de architect Piet Blom en was zijn eerste grote opdracht. In het kader van herbestemmingsplannen is door Lotte Zaaijer een cultuurhistorische verkenning met waardestelling uitgevoerd.

De boerderij is een herbouwde boerderij en een vroeg voorbeeld van het structuralisme, een bouwstijl die gekenmerkt wordt door structuren (configuraties) van geschakelde eenheden waarbij ieder schaalniveau een eigen identiteit heeft. Het bestaande boerderijcomplex vormde het uitgangspunt voor het ontwerp. In het gebouw bestaan de eenheden uit langwerpige bouwdelen met zadeldaken, het geheel vormt een bouwmas­sa waarbij de contouren overeenkwamen met de afgebroken boerderij. In het interieur was een aaneenschakeling van afgebakende betekenisvolle plekken, een rijke ruimtelijke beleving (door de vides en daglichttoetreding) en een relatie tussen binnen en buiten. De latere verbouwingen in het interieur hebben hier afbreuk aan gedaan.

Het onderzoek heeft aanknopingspunten geboden voor het herbestemmingsplan. Bij ontwerpkeuzes kan teruggegrepen worden op de ontwerpprincipes van Piet Blom.

 

Voormalig boerderijcomplex binnen het coulissenlandschap (bron: beeldbank Universiteit Twente)

Verdieping van de boerderij (huidige situatie)

Voormalige mensa, verdieping (bron: beeldbank Universiteit Twente)

De rijksmonumentale boerderij Rust-hove krijgt een nieuwe bestemming. Gelegen in het karakteristieke veenweidegebied nabij Gouda wordt dit een nieuwe plek voor wonen, werken en recreëren. Om deze herbestemming mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan te worden gewijzigd. Maar voor het zover is, is eerst een herbestemmingsonderzoek uitgevoerd waarbij de kaders voor de planvorming in kaart zijn gebracht. Een cultuur- en bouwhistorische verkenning naar het erf en gebouwen maakte daar onderdeel van uit.

De boerderijbouw is vaak streekgebonden. De opzet van het erf van boerderij Rust-Hove is kenmerkend voor de Krimpenerwaard. Kenmerkend is de oprit die vanaf de dijk over het erf naar het achtergelegen gebied loopt. De hoofdboerderij ligt aan de dijk, waarbij het representatieve voorhuis (1753) op de straat is georiënteerd en het achterhuis (1924) op het erf en de weilanden. Tegen (de kaasmakerij in) het achterhuis is een boenstoep gebouwd, oorspronkelijk was deze aan het eind van een sloot gelegen. Hier werden materialen van de kaasmakerij schoongemaakt en melkbussen gekoeld. Direct achter het achterhuis staat een hooiberg, dichtbij de stalruimte. Langs de oprit staan bijgebouwen, met aan de straatzijde een wagenloods, daarachter varkensschuren met een uitloop aan de buitenzijde.

Marieke van den Dungen maakte een ontwerp voor het gehele erf, waarbij oud, nieuw, duurzaam en groen samenkomen in een nieuw plan. De opdrachtgever legt het herbestemmingsproces vast in deze inspirerende vlogreeks.

Opdrachtgever: Particulier
Product: Bouwhistorische verkenning
Status gebouw: Rijksmonument
Periode: maart 2020

Deze stolpboerderij ligt midden in de Schaalsmeer Polder in Oostknollendam. In het kader van een naderende verkoop hebben Lotte Zaaijer en Marieke van den Dungen in opdracht van Natuurmonumenten een cultuurhistorisch en bouwtechnisch onderzoek uitgevoerd en tekeningen gemaakt van de bestaande situatie.

Bouwgeschiedenis

Het boerderijcomplex Schaalsmeerdijk 3 is gesitueerd op een langgerekt perceel aan de noordzijde van de Schaalsmeerdijk. Het perceel ligt hoger dan de Schaalsmeer Polder, omdat het ouder is dan de polder. De boerderij is rond 1875-1879 gebouwd, de boerderijlocatie is echter ouder. De boerderij is met een vierkante grondvorm en een piramidevormig dak een zuiver voorbeeld van een stolpboerderij. De constructie en ruimtelijke indeling zijn vrijwel geheel authentiek: in het midden is de tas (opslag hooi) en daaromheen zijn de overige functies van het bedrijfs- en woongedeelte gesitueerd. De tas wordt gevormd door een constructieve kern van vier hoge gebintstijlen. Het woongedeelte is in 1956 gemoderniseerd.

De gemetselde gevels van het woongedeelte zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw vervangen door spouwmuren, de houten gevels van het bedrijfsgedeelte zijn in die periode versteend.

Opdrachtgever: Natuurmonumenten
Product: Cultuurhistorisch en bouwtechnisch onderzoek
Periode: juli-augustus 2018

 

Voor gemeente Amersfoort voerde Lotte Zaaijer een cultuurhistorisch onderzoek uit naar de wederopbouwboerderijen in Hoogland-West. Veel boerderijen verliezen hun oorspronkelijke functie met transformatie of sloop als gevolg. Doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in de belangrijkste karakteristieken en de meest waardevolle wederopbouwboerderijen. Deze komen mogelijk in aanmerking voor de gemeentelijke monumentenlijst.

Grebbelinie

De geschiedenis van de wederopbouwboerderijen in Hoogland-West is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de Grebbelinie. De Grebbelinie fungeert al sinds de 18de eeuw als verdedigingswerk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de linie weer in gebruik genomen als onderdeel van het verdedingsplan tegen de Duitse bezetter. In mei 1940 zijn boerderijen en zelfs het Huis Coelhorst langs de Grebbelinie afgebroken om schootsveld te maken. De wederopbouw wordt na de capitulatie snel op gang gebracht. Al in juli 1940 werd Bureau Wederopbouw Boerderijen (BWB) opgericht.

150324_Hoogland

Wederopbouwboerderijen langs de Grebbelinie

Kenmerken wederopbouwboerderijen

De wederopbouwboerderijen in Hoogland-West zijn gebouwd tussen 1940 en 1941. De architecten H.A. Pothoven, Van der Leck en het architectenbureau Feenstra en Broekhuizen namen ieder een cluster boerderijen voor hun rekening. Algemene kenmerken van deze vroege wederopbouwboerderijen zijn: de gevelsteen met klimmende leeuw en het jaartal 1940, er is een streekeigen boerderijtypologie toegepast en aan de andere kant is gewerkt met de modernste materialen en producten. Veelgebruikte bouwmaterialen zijn de Schokbeton stalvensters, de holle rode bakstenen verdiepingsvloeren (oa. Steno, Riwa), de gevels zijn opgetrokken uit rode baksteen, de afgewolfde kap is gedekt met rode pannen. Hygiëne en brandveiligheid waren belangrijke thema’s bij de bouw van de wederopbouwboerderijen.

Presentatie

De bevindingen zijn verwerkt in een rapportage. Naar aanleiding van het onderzoek gaf Lotte Zaaijer een presentatie bij het Platform Agrarisch Erfgoed bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (nov. 2014). Wederopbouwboerderijen Hoogland-West (pdf)

Opdrachtgever: gemeente Amersfoort
Product: cultuurhistorisch onderzoek
Periode: zomer 2014

Lotte Zaaijer maakte een cultuurhistorische verkenning van de ontwikkelingsgeschiedenis van Landgoed Verwolde in Laren (Gld). De cultuurhistorische waarden van landgoed Verwolde zijn op verschillende schaalniveaus beschreven: het huis met de tuin, de historische buitenplaats en tot slot de voormalige heerlijkheid Verwolde. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de opleiding Erfgoed & Ruimte.

Cultuurhistorische waarden

Ieder schaalniveau wordt gekenmerkt door andere cultuurhistorische elementen. De kleinste eenheid bestaat uit het huis Verwolde (1776) en de tuin (1800, 1926). Vanuit het huis zijn zichtlijnen richting het landschap en boerderijen in de omgeving. Het gebied dat door de zichtlijnen direct betrekking heeft op het Huis (de beschermde historische buitenplaats) is kleinschalig en divers: er zijn lanen, houtwallen, weiden met solitairen, onregelmatige verkaveling, doorzichten naar boerderijen, een eenheid in de architectuur van de bebouwing en markeringen van archeologische vindplaatsen. Ook rond de historische buitenplaats en binnen de contouren van het landgoed is een kleinschalig coulissen landschap met bossen en weilanden. Dit besloten landschap is een groot contrast met het landschap daarbuiten, binnen de grenzen van de voormalige gemeente Verwolde, waar de ruilverkaveling zijn sporen heeft achtergelaten: hier is een rationele verkaveling, lange rechte wegen (dijken) en grote boerderijen.

Verwolde_chw_02a

bijzondere cultuurhistorische elementen binnen de historische buitenplaats

Historische buitenplaats

In de periode 1875 – 1911, toen Mr. Allard Philip Reinier Carel baron van der Borch van Verwolde heer van Verwolde was, heeft het landschap een grote ontwikkeling doorgemaakt. Hij wilde niet alleen functionele en technische verbeteringen doorvoeren (heideontginningen, vergroten van het bosareaal, uitbreiding grondbezit, vervangen van oude boerderijen), maar ook de beleving van het landschap verbeteren (zichtlijnen, wandelingen). Een opvallend voorbeeld hiervan is dat de boerderij tegenover het huis Verwolde bij de herbouw een kleine 20 meter is verplaatst, precies op een zichtlijn.

Verwolde_chw_02

zichtlijnen en routes binnen de historische buitenplaats

cultuurhistorische waarden landgoed Verwolde (ISSUU)

Opdrachtgever: Hogeschool Utrecht
Product: cultuurhistorisch onderzoek
Periode: 2012

Lotte Zaaijer werkte in 2007-2008 bij het Ruimtelijk Planbureau (thans Planbureau voor de Leefomgeving). Zij is medeauteur van het rapport ‘Transformatie van woonwijken met behoud van de stedenbouwkundige identiteit’.

Op welke wijze kan transformatie van de fysieke structuur van woonwijken samengaan met een behoud, of zelfs versterking van de bestaande ruimtelijke identiteit?

In dit onderzoek is een benadering ontwikkeld, die beleidsmakers laat zien wat de aanpasbaarheid van verschillende wijktypen is, de identiteit op verschillende schaalniveaus is en wat de mogelijkheden zijn voor transformatie.